Belangrijke Documenten

Katholieken en joden

In november 2020 kwam de scriba van de Protestantse Kerk in Nederland met een schuldbelijdenis over de houding en het gedrag van kerkelijke instanties tegenover de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 17 januari werd  de dag van het jodendom gevierd. Voldoende redenen om na te gaan hoe momenteel de relaties zijn tussen katholieken en joden. Des te meer omdat sommige katholieken weinig op hebben met Joden. Ze beschouwen hen als een volk uit het verleden, uit het ‘Heilige Land’, een pelgrimsoord. Ook hun geschriften,  het Oude Testament,  zien ze  als niet relevant.

Verschil katholiek en protestant                                                                                                    Hoe komt het dat katholieken weinig geïnteresseerd zijn in het jodendom? Protestanten krijgen op school en in de kerk uitgebreide informatie over de personen en boeken van het Oude Testament. Ze zien eerder hoe het Nieuwe Testament vaak verwijst naar het Oude. Bij katholieken schort het  hieraan.                                                                                                                            

Vooroordelen en vervolging                                                                                                   Alle kerken hebben mede de voedingsbodem  bereid waarin het zaad van antisemitisme en haat kon groeien. Eeuwenlang werd de kloof in stand gehouden die later de Joden in de samenleving dusdanig kon isoleren dat ze konden worden weggevoerd en vermoord. Maar het negatieve beeld dat tot de Shoa leidde, bestond al veel langer. Naast andere vooroordelen gebruikten christenen vooral het godsdienstig argument: ze hadden Christus vermoord. Joden werden het mikpunt van discriminatie, haat, vervolging en uitsluiting. Dit drong ook door tot in de theologie en de liturgie. Zo heb ik zelf nog op het klein seminarie op Goede Vrijdag gebeden: ‘Laten we ook bidden voor de verraderlijke joden opdat God en Onze Heer de sluier wegneemt van hun harten opdat zij zelf onze Heer Jezus Christus erkennen. Almachtige eeuwige God, die ook het joodse verraad niet uit uw barmhartigheid verstoot, verhoor onze gebeden die wij voor de verblindheid van dit volk brengen, opdat zij  het licht erkennen van uw waarheid die Christus is, en uit hun duisternis worden verlost.’ Geen wonder dus dat het jodendom in kerken werd afgebeeld als een vrouw met een gezicht in de schaduw of met een sluier. Het bleef helaas niet bij afbeeldingen. Zo werden tijdens de kruistochten onderweg en in Jeruzalem joden vervolgd en vermoord.

Keerpunt

Het Tweede Vaticaans Concilie Et Tweede Vaticaans concilie HeHwerd een keerpunt. De Verklaring Nostra Aetate over de houding van de kerk ten opzichte van niet-christelijke godsdiensten: ‘De Kerk is geestelijk verbonden met de stam van Abraham’. …’De dood van Christus kan noch alle toen levende joden noch de joden van onze tijd worden aangerekend.’ ‘De Kerk betreurt en verwerpt de vervolgingen, de haat en de uitingen van antisemitisme tegen de joden.’ En ‘de Joden blijven God zeer dierbaar.’

Nog meer doorbraken

In 1974 publiceerde de Commissie voor de Religieuze Betrekkingen met het Jodendom (CRBJ) binnen de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christenen Richtlijnen en suggesties voor de toepassingen van de Concilieverklaring Nostra aetate (NA),   in 1985 Notities over de juiste presentatie van de joden en het jodendom in prediking en catechese binnen de rooms-katholieke kerk en in 1998 Wij herinneren ons: een beschouwing over de Shoah. Johannes Paulus II sprak tot de joodse gemeenschap in Mainz in 1980 en de Pauselijke Bijbelcommissie bracht in 2001 Het joodse volk en zijn heilige geschriften in de christelijke Bijbel uit. Het meest recente document van de CRBJ is van 2015: ‘Want God

kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping’.(GR)

 

 

Uit al deze documenten komt het volgende naar voren.

 

Unieke relatie

Christenen hebben een unieke relatie met het jodendom want ‘De kerk is geënt op de heilige wortel van de edele olijf’ en ‘die wortel geeft ook nu nog steun aan de hele boom.’ (NA). Je kunt het nog sterker formuleren: het christendom kan niet bestaan zonder het jodendom en heeft een levende relatie nodig met het jodendom. Het is dus niet zo maar een andere religie.

 

Blijvend Verbond

Het Oude Verbond is geen verleden tijd . Het nieuwe Verbond heft het Oude Verbond niet op en vervangt het niet want, zo zei JP II in Mainz: ‘Het Oude Verbond is door God nooit opgezegd.’ De joden blijven een rol spelen in de verlossing van de wereld.

 

De Kerk hoeft de joden niet te bekeren

De Kerk heeft niet als roeping de joden te bekeren. Ze zijn al dragers van Gods Woord. De verlossing gebeurt nog altijd door Christus. Joden hoeven geen christenen te worden om te worden gered. “Dat de joden deelhebben aan de verlossing door God is theologisch onbetwistbaar, maar hoe dit mogelijk is zonder zich expliciet tot Christus te bekennen is en blijft een ondoorgrondelijk goddelijk mysterie” (GR)

 

Doorbraken aan joodse zijde

Ondanks aarzelingen aan joodse zijde om de tekst het Tweede Vaticaans concilie serieus te nemen, hebben belangrijke joodse instanties de goede bedoelingen van de Kerk erkend en kwamen ze vanaf 2000 met drie bijzondere documenten.

 

Spreek Waarheid (Dabru Emet) (DE) werd in de V.S. in 2000 opgesteld door hervormingsgezinde en conservatie rabbijnen en intellectuelen.

 

In 2015 verscheen Verklaring van orthodoxe rabbijnen over het christendom, Om te doen de wil van onze Vader in de hemel: Op weg naar een partnerschap tussen joden en christenen van de hand van orthodoxe rabbijnen. (WOV).

 

In 2017 ondertekenden drie belangrijke orthodoxe rabbijnse organisaties uit Europa, Amerika en Israel Tussen Jerusalem en Rome, Reflecties bij de vijftigste verjaardag van Nostra Aetate (JR).

 

Wat zijn de voornaamste punten uit deze teksten?

 

Hersteld vertrouwen

‘Het is duidelijk geworden dat de transformaties in de houdingen en leerstellingen van de kerk niet alleen oprecht maar ook steeds diepgaander zijn.’ (JR)

 

Unieke relatie

Ondanks onverzoenbare verschillen erkent JR dat er tussen het jodendom en het christendom een unieke relatie bestaat.

 

Bijzondere status

Waar het Vaticaanse document uit 2015 het jodendom niet als een andere religie beschouwt, stelt joodse document JR dat “de christenen een speciale status behouden omdat ze de Schepper van hemel en aarde aanbidden die het volk Israël van het juk van Egypte heeft bevrijd en die over de hele schepping waakt”. En DE zegt dat ze  allebei de “God van Abraham, Isaac en Jacob aanbidden” daarom kan men zelfs zeggen dat “via het christendom honderden miljoenen mensen met de God van Israël verbonden zijn geraakt”.

 

Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid

Joden en christenen zijn verantwoordelijk voor ‘tikun haolam’ , het verbeteren van de wereld door vrede en godsdienstvrijheid te bevorderen en antisemitisme en barbaarsheid te bestrijden want beide erkennen de onvervreemdbare heiligheid van elk wezen, geschapen naar Gods evenbeeld.

 

Verbondsmatige missie

WOV durft een radicalere stelling te poneren: ethisch samenwerken tussen joden en christenen houdt een ‘gemeenschappelijke verbondsmatige missie’ in. Het christendom is een onderdeel van Gods plan. Joden moeten christenen erkennen als  ‘partners waar het gaat om de verlossing van de wereld’. Als partners moeten we samen Gods verlossing tot stand brengen.

Hetzelfde document stelt dat ‘we meer gemeen hebben dan wat ons scheidt’. Dan volgt een indrukwekkende opsomming die eindigt met een laatste gemeenschappelijke geloofsopvatting nl. ‘het geloof dat God redding brengt en ooit volledige verlossing’.

 

Hoe verder?

De positieve ontwikkelingen van de laatste 20 jaar zijn dus een immense stap vooruit in de relaties tussen christenen en joden. Theologisch is men aan de top veel verder dan aan de basis. Hoe nu verder? Hoe krijgen we deze nieuwe mijlpalen verankerd in de basis? Theologen en catechisten moeten aan de slag. Hoe moeten we uitleggen dat de joden nog steeds het volk van God zijn net als christenen? De jood Jezus heeft het jodendom nooit afgewezen. Wat betekent dit voor christenen? Wat voor zin heeft het om over de dialoog christenen-joden te spreken als er in onze leerhuizen nauwelijks joden komen? In het verleden hebben christenen alles wat joods is verworpen bijv. de sabbat. En hebben joden alles wat te christelijk leek ver van zich gehouden. Moeten we dit niet herstellen?  Christenen hebben het zicht op de Thora verloren en de betekenis van ‘volk’ in de bijbelse zin. Joden hebben de rol van de Messias-verwachting afgezakt en accentueren de Wet in plaats van de liefde, terwijl Rabbi Akiva reeds zei: ‘Bemin je naaste als jezelf – dat is het belangrijkste principe van de Thora’.

 

Vragen van joden aan christenen

Waarom zijn onze theologie en ons geloof niet getraumatiseerd door dat verschrikkelijke kwaad van de Shoa? Dit kwaad wordt niet opgelost door te verwijzen naar de verlossing van Christus. De volle verwezenlijking van de messiaanse verlossing moet nog komen. Waarom erkennen christenen slechts met mondjesmaat dat antisemitisme geworteld is in een christelijk gedachtengoed?

Hoe leggen christenen de onherroepelijke belofte van het land Israel uit?

 

Vragen van christenen aan joden

Welke verantwoordelijkheid hebben joden tegenover niet-joden? Is het joodse volk niet uitverkoren vanwege een missie om een zegen te zijn voor alle volken der aarde?

Hoe ziet de rabbijnse traditie de persoon en de leer van Jezus? Erkennen joden dat Jezus joods was in leer en praktijk?

 

Ten slotte

Sinds Vaticaan II is er dankzij documenten aan de top veel vooruitgang geboekt, vooral sinds 2000. Ook aan joodse zijde zijn belangrijke gezichtspunten gewijzigd en is er een klimaat van vertrouwen ontstaan. Rest nog het neerdalen van dit gedachtengoed naar joden en christenen aan de basis. Daarvoor zullen nog veel dialooggesprekken nodig zijn.

 

N.B. Voor dit artikel heb ik dankbaar gebruik gemaakt van  een online-conferentie door Etienne Vetö (1964). Hij  is sinds 2014 verbonden aan de Gregoriana in Rome waar hij o.a. joods-christelijke betrekkingen doceert.

P. Reesink

 

Het gebed van de kinderen van Abraham

uitgesproken in het Arabisch op 6 maart 2021 tijdens het bezoek van Paus Franciscus in Ur in Iraq tijdens een multireligieuze bijeenkomst.

Gebed van de kinderen van Abraham 

Almachtige God, onze Schepper, die houdt van de menselijke familie en alles wat uw handen hebben voltooid, wij, zonen en dochters van Abraham die behoren tot het jodendom, het christendom en de islam, samen met andere gelovigen en alle mensen van goede wil, wij danken u dat u ons als een gemeenschappelijke vader in het geloof Abraham hebt gegeven, eminente zoon van dit nobele en geliefde land.

Wij danken u voor zijn voorbeeld als een man van geloof die u tot het einde gehoorzaamde en zijn familie, zijn stam en zijn vaderland achterliet om naar een land te gaan dat hij niet kende.

We danken u ook voor het voorbeeld van moed, weerstand en standvastigheid, vrijgevigheid en gastvrijheid dat onze gemeenschappelijke vader in het geloof ons heeft gegeven.

Wij danken u in het bijzonder voor zijn heldhaftig geloof, dat zich uitte in zijn bereidheid om zijn zoon op te offeren om uw gebod te gehoorzamen. We weten dat het een heel moeilijke beproeving was waaruit hij als winnaar tevoorschijn kwam omdat hij een onbegrensd vertrouwen in u had, u barmhartig bent en altijd nieuwe mogelijkheden opent om opnieuw te beginnen.

Wij danken u omdat u, door onze vader Abraham te zegenen, hem tot een zegen voor alle mensen hebt gemaakt.

Wij vragen u, God van onze vader Abraham en onze God, om ons een sterk geloof te schenken, actief om het goede te doen, een geloof dat ons hart voor u en voor al onze broeders en zusters opent; en een onstuitbare hoop, in staat om overal de trouw van uw beloften te zien.

Maak van ieder van ons een getuige van de liefdevolle zorg die u voor allen hebt, vooral voor vluchtelingen en ontheemden, weduwen en wezen, armen en zieken.

Open ons hart voor wederzijdse vergeving en maak ons ​​tot instrumenten van verzoening, bouwers van een eerlijkere en meer broederlijke samenleving.

Ontvang in uw huis van vrede en licht alle overledenen, vooral de slachtoffers van geweld en oorlogen.

Help civiele autoriteiten bij het zoeken naar en lokaliseren van ontvoerde personen en bij het bieden van speciale bescherming aan vrouwen en kinderen.

Help ons om voor de planeet te zorgen, een gemeenschappelijk huis, dat u ons allen in uw goedheid en vrijgevigheid hebt gegeven.

Steun onze handen bij de wederopbouw van dit land en geef ons de kracht die nodig is  om diegenen te helpen die hun huizen en land moesten achterlaten om terug te keren naar veiligheid en waardigheid, en om een ​​nieuw, vreedzaam en welvarend leven op te bouwen. Amen. 

(vertaling uit het Frans door Piet Reesink)

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Onderstaand document is uniek, niet alleen omdat de Groot Imam van de Al-Azhar universiteit, samen met de paus, geweld in naam van de islam afzweert,  maar ook omdat hij de vrijheid van godsdienst onderschrijft en de rechten van minderheden en vrouwen erkent. 

P. Reesink

Paus Franciscus en de Groot Imam van Al-Azhar hebben op 4 februari 2019 het document "Menselijke broederschap voor de wereldvrede en samenleven" ondertekend. De ondertekening volgt op de toespraak*  van de Heilige Vader op de Wereldconferentie over menselijke broederschap in Abu Dhabi, een sleutelelement in het apostolisch bezoek van de Heilige Vader aan de Verenigde Arabische Emiraten van 3-5 februari, 2019.

 

EEN DOCUMENT OVER MENSELIJKE ZUSTER- EN BROEDERSCHAP

VOOR VREDE IN DE WERELD EN SAMEN LEVEN

INLEIDING

Geloof brengt een gelovige ertoe om in de ander een broeder of een zuster te zien die ondersteund en bemind moet worden. Door geloof in God, die het universum, schepselen en alle menselijke wezens heeft geschapen (gelijk vanwege zijn genade), zijn gelovigen geroepen om deze menselijke broederschap uit te drukken door de schepping en het hele universum te beschermen en alle personen te ondersteunen, vooral de armsten en en hen die het meest hulpbehoevend zijn.

Deze transcendentale waarde diende als uitgangspunt voor  meerdere bijeenkomsten die werden gekenmerkt door een vriendelijke en broederlijke atmosfeer, waarin we de vreugde, het verdriet en de problemen van onze hedendaagse wereld deelden. We deden dit door te kijken naar wetenschappelijke en technische vooruitgang, therapeutische prestaties, het digitale tijdperk, de massamedia en communicatie. We hebben ook nagedacht over het niveau van armoede, conflict en lijden van zoveel broers en zussen in verschillende delen van de wereld als gevolg van de wapenwedloop, sociale onrechtvaardigheid, corruptie, ongelijkheid, morele achteruitgang, terrorisme, discriminatie, extremisme en vele andere oorzaken.

Uit onze broederlijke en open discussies en uit de ontmoeting die diepe hoop uitdrukte in een rooskleurige toekomst voor alle mensen, werd het idee van dit document over menselijke broederschap bedacht. Het is een tekst waarover eerlijk en serieus is nagedacht alseen gezamenlijke verklaring van goede en oprechte verlangens. Het is een document dat alle personen die vertrouwen in God hebben en geloof in menselijke broederschap uitnodigt om zich te verenigen en samen te werken, zodat het als een gids kan dienen voor toekomstige generaties om een cultuur van wederzijds respect te bevorderen in het besef van de grote goddelijke genade die alle menselijke wezens tot broers en zussen maakt.

DOCUMENT

In de naam van God, die alle menselijke wezens heeft geschapen met gelijke rechten, plichten en waardigheid, en die hen heeft geroepen om samen te leven als broeders en zusters, om de aarde te bewonen en de waarden van goedheid, liefde en vrede bekend te maken;

In de naam van onschuldig menselijk leven dat God verboden heeft om te doden, bevestigend dat iedereen die iemand doodt is als iemand die de hele mensheid doodt en dat degene die iemand redt is als die de hele mensheid redt;                                                                                                                         

In de naam van de armen, de berooiden, de gemarginaliseerden en de meest behoeftigen die God ons geboden heeft te helpen als een plicht die op iedereen rust, in het bijzonder op de rijken en de bemiddelden;                                                                                                                                                          

In de naam van wezen, weduwen, vluchtelingen en degenen die verbannen zijn uit hun huizen en hun landen; in de naam van alle slachtoffers van oorlogen, vervolging en onrecht; in naam van de zwakken, zij die in angst leven, krijgsgevangenen en zij die in enig deel van de wereld worden gefolterd, zonder onderscheid;

 

In de naam van mensen die hun veiligheid, vrede en de mogelijkheid hebben verloren om samen te leven en zo slachtoffer zijn geworden van vernietiging, rampspoed en oorlog;

 

In de naam van menselijke broederschap die alle menselijke wezens omarmt, verenigt en gelijk maakt;

In naam van deze broederschap verscheurd door beleid van extremisme en verdeeldheid, door systemen van onbeperkte winst of door hatelijke ideologische tendensen die het handelen en de toekomst van mannen en vrouwen manipuleren;

 

In de naam van de vrijheid die God aan alle mensen heeft gegeven, door hen te scheppen, door hen vrij te maken en hen te onderscheiden door deze gave;

 

In de naam van gerechtigheid en barmhartigheid, de fundamenten van welvaart en de hoeksteen van het geloof;

 

In de naam van alle personen van goede wil die aanwezig zijn in elk deel van de wereld;

 

In naam van God en van alles wat tot nu toe is gezegd verklaren  Al-Azhar al-Sharif en de moslims van Oost en  West, samen met de Katholieke Kerk en de katholieken van het Oosten en het Westen, dat zij een cultuur van dialoog aanvaarden als pad; evenals onderlinge samenwerking als gedragscode en wederzijds begrip als methode en standaard.

 

Wij, die in God geloven en in de laatste ontmoeting met Hem en Zijn oordeel, op basis van onze religieuze en morele verantwoordelijkheid, en door middel van dit document, doen een beroep op onszelf, en op de leiders van de wereld en de architecten van internationaal beleid en wereldeconomie, om krachtig te werken om een cultuur van tolerantie en van vredig samenleven te verspreiden; om zo snel mogelijk in te grijpen om te stoppen met het vergieten van onschuldig bloed en een einde te maken aan oorlogen, conflicten, milieuvervuiling en de morele en culturele achteruitgang die de wereld momenteel ervaart.

We doen een beroep op intellectuelen, filosofen, religieuze figuren, kunstenaars, media-professionals en mannen en vrouwen van cultuur in elk deel van de wereld, om de waarden van vrede, gerechtigheid, goedheid, schoonheid, menselijke broederschap en coëxistentie opnieuw te ontdekken om het belang van deze waarden te bevestigen als ankers van redding voor iedereen, en om ze overal te promoten.

 

Deze Verklaring, die uitgaat van een diepgaande beschouwing van onze hedendaagse realiteit, waarbij de successen en de solidariteit met lijden, rampen en calamiteiten worden gewaardeerd, is ervan overtuigd dat een van de belangrijkste oorzaken van de crises van de moderne wereld een ongevoelig geworden menselijk geweten is, een afstand nemen van religieuze waarden en een overheersend individualisme met materialistische filosofieën die de menselijke persoon vergoddelijken en wereldse en materiële waarden introduceren in plaats van verheven en transcendentale principes.

Hoewel we de positieve stappen van onze moderne beschaving op het gebied van wetenschap, technologie, geneeskunde, industrie en welzijn erkennen, vooral in ontwikkelde landen, willen we benadrukken dat er, naast dergelijke historische ontwikkelingen, groot en gewaardeerd als ze zijn, zowel een morele verslechtering bestaat die de internationale actie beïnvloedt als een verzwakking van spirituele waarden en verantwoordelijkheid. Dit alles draagt bij tot een algemeen gevoel van frustratie, isolatie en wanhoop waardoor velen óf in een draaikolk van atheïstisch, agnostisch of religieus extremisme óf in blind en fanatiek extremisme terechtkomen, wat uiteindelijk vormen van afhankelijkheid en individuele of collectieve zelfvernietiging bevordert.

 

De geschiedenis laat zien dat religieus extremisme, nationaal extremisme en ook onverdraagzaamheid in de wereld, of het nu in het Oosten of het Westen is, iets heeft voortgebracht wat we tekenen zouden kunnen noemen van een 'derde wereldoorlog die stukje bij beetje wordt uitgevochten'. In verschillende delen van de wereld en in veel tragische omstandigheden zijn deze tekenen pijnlijk duidelijk zichtbaar geworden, zoals in die situaties waarin het precieze aantal slachtoffers, weduwen en wezen onbekend is. We zien bovendien dat andere regio’s plaatsen dreigen te worden van nieuwe conflicten, waarin spanningen ontstaan en een opeenhoping van wapens en munitie, en dit alles in een mondiale context, overschaduwd door onzekerheid, ontgoocheling, angst voor de toekomst en gecontroleerd door kortzichtige economische belangen.

 

Wij bevestigen eveneens dat grote politieke crises, situaties van onrechtvaardigheid en een gebrek aan eerlijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen - waarvan slechts een rijke minderheid profiteert ten koste van de meerderheid van de volkeren van de aarde - enorme aantallen hebben gegenereerd en blijven genereren van arme, zwakke en overleden personen. Dit leidt tot catastrofale crises waar verschillende landen het slachtoffer van zijn geworden, ondanks hun natuurlijke hulpbronnen en de vindingrijkheid van jonge mensen die deze landen kenmerken. Met betrekking tot dergelijke crises die resulteren in de dood van miljoenen kinderen – uitgeroeid door armoede en honger - is er een onaanvaardbaar zwijgen op internationaal niveau.

 

Het is in deze context duidelijk hoe het gezin als de fundamentele kern van  maatschappij en menselijkheid van wezenlijk belang is om kinderen op de wereld te zetten, ze groot te brengen, ze opvoeden en ze te voorzien van solide morele vorming en veiligheid in huis. De instelling van het gezin aanvallen, het minachten of twijfelen aan de belangrijke rol ervan, is een van de meest bedreigende euvels van onze tijd.

 

We bevestigen ook het belang van religieuze bewustwording en van de noodzaak om dit bewustzijn nieuw leven in te blazen in de harten van nieuwe generaties door gedegen opvoeding en het naleven van morele waarden en eerlijk religieus onderwijs. Op deze manier kunnen we de strijd aangaan met individualistische, egoïstische en tegengestelde tendensen, en radicalisme en blind extremisme in al zijn vormen en uitdrukkingen aanpakken.

 

Het eerste en belangrijkste doel van religies is om in God te geloven, Hem te eren en alle mannen en vrouwen uit te nodigen om te geloven dat dit universum afhankelijk is van een God die het regeert. Hij is de Schepper die ons heeft gevormd met Zijn goddelijke wijsheid en ons de gave van het leven heeft gegeven om het te beschermen. Het is een geschenk dat niemand het recht heeft om af te pakken, te bedreigen of te manipuleren. Inderdaad, iedereen moet deze gift van het leven vanaf het begin tot het natuurlijke einde ervan beschermen. Wij veroordelen daarom al die praktijken die een bedreiging voor het leven vormen, zoals genocide, terroristische daden, gedwongen verplaatsing, mensenhandel, abortus en euthanasie. We veroordelen eveneens het beleid dat deze praktijken bevordert.

 

Bovendien verklaren we resoluut dat religies nooit oorlog, haatdragende attitudes, vijandigheid en extremisme moeten aanwakkeren, en dat ze ook niet mogen aanzetten tot geweld of het vergieten van bloed. Deze tragische realiteit is het gevolg van een afwijking van de religieuze leer. Het is het  resultaat van een politieke manipulatie van religies en van interpretaties door religieuze groeperingen die in de loop van de geschiedenis geprofiteerd hebben van de kracht van religieus sentiment in de harten van mannen en vrouwen om hen te laten handelen op een manier die niets te maken heeft met de waarheid van religie. Dit gebeurt met het oog op het bereiken van doelstellingen die politiek, economisch, werelds en kortzichtig zijn. We roepen alle betrokkenen daarom op om geen religies meer te gebruiken om haat, geweld, extremisme en blind fanatisme aan te moedigen, en af te zien van het gebruik van de naam van God om daden van moord te rechtvaardigen, ballingschap, terrorisme en onderdrukking. We vragen dit op basis van ons gemeenschappelijk geloof in God, die mannen en vrouwen niet heeft geschapen om gedood te worden of om elkaar te bevechten, noch om te worden gemarteld of vernederd in hun leven en omstandigheden. God, de Almachtige, hoeft door niemand te worden verdedigd en wil niet dat Zijn naam wordt gebruikt om mensen te terroriseren.

 

Dit document bevestigt, in overeenstemming met eerdere internationale documenten die het belang van de rol van religies bij de totstandkoming van de wereldvrede hebben benadrukt, het volgende:

  • De vaste overtuiging dat de authentieke leer van religies ons uitnodigt om geworteld te blijven in de waarden van vrede; om de waarden van wederzijds begrip, menselijke broederschap en harmonieus samenleven te verdedigen; om wijsheid, gerechtigheid en liefde te herstellen; en om het religieuze bewustzijn bij jongeren nieuw leven in te blazen, zodat toekomstige generaties beschermd kunnen worden tegen het rijk van het materialistische denken en tegen het gevaarlijke beleid van ongebreidelde hebzucht en onverschilligheid die gebaseerd zijn op de wet van geweld en niet op de kracht van wet;
  • Vrijheid is een recht van elke persoon: elk individu geniet de vrijheid van godsdienst, van mening, expressie en actie. Het pluralisme en de diversiteit van religies, kleur, geslacht, ras en taal zijn door God gewild in Zijn wijsheid, waarmee Hij mensen schiep. Deze goddelijke wijsheid is de bron waaraan het recht op vrijheid van geloof is ontleend en de vrijheid om anders te zijn. Daarom moet men verwerpen dat mensen gedwongen worden zich aan een bepaalde religie of cultuur te houden, , evenals men moet afwijzen dat een cultuur wordt opgelegd die anderen niet accepteren;
  • Rechtvaardigheid op basis van barmhartigheid is het pad dat moet worden gevolgd om een waardig leven te leiden waar elk mens recht op heeft;
  • Dialoog, begrip en de wijdverbreide bevordering van een cultuur van tolerantie, acceptatie van anderen en vreedzaam samen leven, zou aanzienlijk bijdragen tot het verminderen van vele economische, sociale, politieke en milieu-problemen die zo zwaar drukken op een groot deel van de mensheid;
  • Dialoog tussen gelovigen betekent samenkomen in de enorme ruimte van spirituele, menselijke en gedeelde sociale waarden en, vanhieruit, het overbrengen van de hoogste morele deugden waar godsdiensten naar streven. Het betekent ook het vermijden van nutteloze discussies;
  • De bescherming van gebedshuizen - synagogen, kerken en moskeeën - is een plicht gegarandeerd door religies, menselijke waarden, wetten en internationale overeenkomsten. Elke poging om plaatsen van aanbidding aan te vallen of hen te bedreigen met gewelddadige aanvallen, bomaanslagen of vernietiging, is een afwijking van de leer van religies evenals een duidelijke schending van het internationale recht;
  • Terrorisme is betreurenswaardig en bedreigt de veiligheid van mensen, hetzij in het Oosten of het Westen, het Noorden of het Zuiden, en verspreidt paniek, terreur en pessimisme, maar dit is niet te wijten aan religie, zelfs als terroristen het geweld gebruiken als middel. Het is veeleer te wijten aan een opeenstapeling van onjuiste interpretaties van religieuze teksten en aan beleid dat verband houdt met honger, armoede, onrecht, onderdrukking en trots. Daarom is het zo noodzakelijk om geen steun meer te verlenen aan terroristische bewegingen die worden aangewakkerd door financiering, het leveren van wapens en strategie, en door pogingen om deze bewegingen te rechtvaardigen, zelfs met behulp van de media. Dit alles moet worden beschouwd als internationale misdaden die de veiligheid en de wereldvrede bedreigen. Dergelijk terrorisme moet in al zijn vormen en uitingen worden veroordeeld;
  • Het concept van burgerschap is gebaseerd op de gelijkheid van rechten en plichten, waar iedereen recht op heeft. Het is daarom van cruciaal belang om in onze samenlevingen het concept van volledig burgerschap vast te stellen en het discriminerende gebruik van de term minderheden te verwerpen, waardoor gevoelens van isolement en minderwaardigheid ontstaan. Het misbruik ervan maakt de weg vrij voor vijandigheid en onenigheid; het maakt successen ongedaan en neemt de religieuze en burgerrechten weg van sommige burgers die aldus worden gediscrimineerd;
  • Goede relaties tussen Oost en West zijn voor beide onmiskenbaar noodzakelijk. Ze mogen niet worden verwaarloosd, zodat een ieder kan worden verrijkt door de cultuur van de ander door vruchtbare uitwisseling en dialoog. Het Westen kan in het Oosten remedies ontdekken voor die geestelijke en religieuze kwalen die worden veroorzaakt door een overheersend materialisme. En het Oosten kan in het Westen veel elementen vinden die het kunnen helpen om het te bevrijden van zwakte, verdeeldheid, conflicten en wetenschappelijke, technische en culturele achteruitgang. Het is belangrijk om aandacht te schenken aan religieuze, culturele en historische verschillen die een essentieel onderdeel vormen bij het vormgeven van het karakter, de cultuur en de beschaving van het Oosten. Het is ook belangrijk om de band van fundamentele mensenrechten te versterken om een waardig leven te garanderen voor alle mannen en vrouwen in Oost en West, waarbij de politiek van dubbele standaarden wordt vermeden;
  • Het is een essentiële vereiste om het recht van vrouwen op onderwijs en werk te erkennen en hun vrijheid om hun eigen politieke rechten uit te oefenen te erkennen. Bovendien moeten inspanningen worden geleverd om vrouwen te bevrijden van historische en sociale conditionering die in strijd is met de beginselen van hun geloof en waardigheid. Het is ook noodzakelijk om vrouwen te beschermen tegen seksuele uitbuiting en om behandeld te worden als handelswaar of voorwerpen van plezier of financieel gewin. Daarom moet een einde worden gemaakt aan al die onmenselijke en vulgaire praktijken die de waardigheid van vrouwenlaatdunkend bekritiseren. Er moeten inspanningen worden gedaan om die wetten aan te passen waardoor vrouwen niet ten volle van hun rechten kunnen genieten;
  • De bescherming van de grondrechten van kinderen om op te groeien in een gezinsomgeving, om voeding, onderwijs en ondersteuning te ontvangen, zijn taken van het gezin en de samenleving. Zulke plichten moeten worden gewaarborgd en beschermd zodat ze niet over het hoofd worden gezien of worden geweigerd aan enig kind in enig deel van de wereld. Al die praktijken die de waardigheid en rechten van kinderen schenden, moeten aan de kaak gesteld worden. Het is even belangrijk om waakzaam te zijn voor de gevaren waaraan zij worden blootgesteld, vooral in de digitale wereld, en om de handel in hun onschuld en alle schendingen van hun jeugd als een misdaad te beschouwen;
  • De bescherming van de rechten van ouderen, zwakken, gehandicapten en onderdrukten is een religieuze en sociale verplichting die moet worden gewaarborgd en verdedigd door strikte wetgeving en de implementatie van de relevante internationale overeenkomsten.

Om dit doel te bereiken kondigen de katholieke kerk en Al-Azhar in onderlinge samenwerking aan en beloven ze dit document over te dragen aan autoriteiten, invloedrijke leiders, personen van religie over de hele wereld, geschikte regionale en internationale organisaties, organisaties in het maatschappelijk middenveld, religieuze instellingen en toonaangevende denkers. Ze beloven verder om de principes van deze Verklaring bekend te maken op alle regionale en internationale niveaus, en vragen deze principes te vertalen in beleid, besluiten, wetgevende teksten, cursussen en te verspreiden materialen.

Al-Azhar en de katholieke kerk vragen dat dit document het voorwerp wordt van onderzoek en reflectie in alle scholen, universiteiten en vormingsinstituten, en aldus helpt om nieuwe generaties op te voeden om goedheid en vrede aan anderen te brengen, en om overal verdedigers te zijn van de rechten van de onderdrukten en van de minsten van onze broeders en zusters.

Tot slot, onze ambitie is dat:

deze verklaring een uitnodiging kan zijn tot verzoening en broederschap tussen alle gelovigen, zelfs onder gelovigen en niet-gelovigen, en onder alle mensen van goede wil;

deze verklaring een beroep kan zijn op elk oprecht geweten dat afkeurenswaardig geweld en blind extremisme verwerpt; een oproep aan degenen die de waarden van tolerantie en broederschap koesteren die worden bevorderd en aangemoedigd door religies;

deze verklaring een getuige kan zijn van de grootheid van het geloof in God dat verdeelde harten verenigt en de menselijke ziel verheft;

deze verklaring een teken kan zijn van de nabijheid tussen Oost en West, tussen Noord en Zuid, en tussen allen die geloven dat God ons geschapen heeft om elkaar te begrijpen, met elkaar samen te werken en te leven als broeders en zusters die van elkaar houden.

Dit is wat we hopen en proberen te bereiken met het doel om een universele vrede te vinden die iedereen in dit leven kan genieten.

 

Abu Dhabi, 4 februari 2019

Zijne Heiligheid Paus Franciscus, Groot Imam van Al-Azhar Ahmad Al-Tayyeb

 

N.B. Het is onbekend wie de Nederlandse vertaling heeft verzorgd.  Ondergetekende heeft enkele onduidelijk passages proberen te verhelderen vanuit de Engelse tekst. 

P. Reesink

 

Voor de Engelse tekst ga naar:

http://w2.vatican.va/content/francesco/en/travels/2019/outside/documents/papa-francesco_20190204_documento-fratellanza-umana.html

 

* De toespraak van de paus (engels) is te lezen op op: https://zenit.org/articles/abu-dhabi-pope-francis-address-to-interfaith-meeting-at-founders-memorial-full-text/

 

Pelgrims van vriendschap en universele broederschap

Verklaring van de bisschoppen van Algerije

Paus Franciscus heeft toegestaan het decreet van de zaligverklaring te ondertekenen van Mgr. Pierre Claverie en zijn negentien metgezellen, onder wie priesters en mannelijke en vrouwelijke religieuzen die tussen 1994 en 1996 in Algerije zijn gestorven naast talrijke Algerijnse moslims. In hun tekst van 27 januari 2018 getuigen de bisschoppen van banden van vriendschap en broederschap tussen moslims en christenen.

“Onze kerk verheugt zich. Paus Franciscus heeft toestemming verleend om het decreet te ondertekenen van de zaligverklaring van Mgr. Pierre Claverie en zijn 18 metgezellen. Wij zijn nu in de gelukkige omstandigheid om onze 19 zusters en broeders als martelaren te kunnen gedenken, d.w.z. , volgens de oorspronkelijke betekenis van het woord, als getuigen van de grootste blijk van liefde, nl. zijn leven geven voor wie men liefheeft. In zicht van het risico van een alomtegenwoordige dood in dit land hebben zij met gevaar voor eigen leven uit liefde ervoor gekozen om tot het einde in vriendschap en broederschap te blijven leven samen met hun Algerijnse zusters en broeders. De banden van vriendschap en broederschap zijn sterker geweest dan de angst voor de dood.  

Onze zusters en broeders zouden niet willen dat wij hen scheiden van al die Algerijnse vrouwen en mannen met wie ze samen hun leven hebben gegeven. Ze zijn getuigen van grenzeloze broederschap, van liefde die geen onderscheid maakt. Daarom ook onderstreept hun dood het martelaarschap van talrijke Algerijnen, moslims, zinzoekers, vervolgd als vredestichters vanwege de gerechtigheid, vrouwen en mannen met het hart op de juiste plaats, die tijdens deze bloedige periode van tien jaar in Algerije trouw zijn gebleven tot aan de dood.

Ons eerbetoon en onze gedachten gaan dan ook uit naar al onze Algerijnse zusters en broeders. Met duizenden hebben ook zij het gedurfd hun leven in de waagschaal te stellen, trouw aan hun geloof in God, trouw aan hun land en hun geweten. Onder hen noemen we de negentig imams, die het leven hebben verloren omdat ze weigerden geweld te rechtvaardigen. We denken aan intellectuelen, journalisten, wetenschappers, kunstenaars, handhavers van de openbare orde, maar ook duizenden vaders en moeders, eenvoudige anonieme burgers, die geweigerd hebben te gehoorzamen aan de bevelen van gewapende groepen. Ook veel kinderen hebben het leven gelaten, meegesleurd in hetzelfde geweld.

Laten we stilstaan bij het leven van onze zusters en broeders. Iedereen is gestorven omdat hij/zij, uit genade, gekozen heeft om trouw te blijven aan diegenen die door het leven in de wijk, de samenwerking op kantoor tot hun naasten waren geworden. Hun dood liet zien dat hun leven in dienst stond van allen: armen, vrouwen in moeilijke omstandigheden, mensen met een beperking, jongeren, allen moslims. Een moordende ideologie – misvormd beeld van de islam- stond de ander niet toe anders te zijn vanwege zijn nationaliteit of geloof. Degenen die de meeste moeite hadden met hun tragische dood waren hun moslim vrienden en buren. Ze schaamden zich dat de naam van de islam werd gebruikt om dergelijke daden te verrichten.

Maar vandaag kijken we niet terug naar het verleden. De zaligverklaringen betekenen licht voor heden en toekomst.  Ze vertellen ons dat haat niet het antwoord is op haat, dat er geen onvermijdelijke spiraal van geweld bestaat. Ze willen een eerste stap zijn naar vergeving en vrede voor alle mensen, te beginnen in Algerije, maar ook daarbuiten. Ze zijn een profetisch woord voor onze wereld, voor allen die geloven in en werken aan een ‘samen-leven’. En dat zijn er velen, hier en overal, uit alle nationaliteiten en godsdiensten. Dat is de diepere betekenis van deze beslissing van paus Franciscus. Meer dan ooit heeft ons gemeenschappelijk huis dat de wereld is, de goedheid en menselijkheid nodig van iedereen.

Tenslotte zijn onze zusters en broeders modellen op de weg van de gewone heiligheid. Ze getuigen dat een eenvoudig leven, aan God en anderen gegeven, kan leiden tot de hoogste menselijke roeping. Onze zusters en broeders zijn geen helden. Ze zijn niet gestorven voor een idee of een zaak. Ze waren gewoonweg leden van een kleine kerk in Algerije. Ook al bestaat deze kleine kerk vooral uit vreemdelingen en wordt ze zelf als vreemdeling gezien, toch heeft ze de consequenties getrokken uit de keuze om er volledig te zijn voor dit land. Het is duidelijk voor elk lid van de kerk dat als men van iemand houdt, men hem niet achterlaat op het ogenblik van beproeving. Het is het dagelijkse wonder van vriendschap en broederschap. Velen van ons hebben hen gekend en met hen geleefd. Vandaag behoort hun leven aan ieder van ons. Ze begeleiden ons voortaan als pelgrims van vriendschap en universele broederschap.”

De 19 zalig te verklaren zijn: Mgr. Pierre Claverie[1], F. Henri Vergès, Sr. Paul-Hélène Saint-Raymond, Sr. Ether Paniagua Alonso, Sr. Caridad Alvarez Martin, Père Jean Chevillard, P. Jean Dieulangard, P. Charles Deckers, P. Christian Chessel, Jeanne Littlejohn Sr. Angèle Marie, Denise Leclercq, Ar. Bibiane, Sr. Odette Prévost, P. Christian de Chergé[2], F. Luc Dochier, P. Christophe Lebreton, , F. Michel Fleury, P. Bruno Lemarchand, P. Paul Favre Miville et P. Célestin Richard.

Vertaald uit het Frans door P. Reesink

 

[1] Cf. het Franse boek Pierre Claverie, un Algérien par alliance, Jean-Jacques Pérennes, Editions du Cerf, 2000, 391 p.

[2] Over Christian de Chergé en zijn metgezellen, de vermoorde Trappisten, is de film verschenen “Des hommes et des dieux” en meer dan 20 boeken in het Frans.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Pauselijke Raad voor de interreligieuze dialoog.

Christenen en moslims: van competitie naar samenwerking.

Boodschap voor de maand Ramadan en ‘Id al Fitr

1439 Hidjra/ 2018 A.D.

Vaticaanstad

Beste broeders en zusters

In Zijn voorzienigheid heeft de almachtige God jullie de gelegenheid gegeven om weer te vasten in de Ramadan en het ‘Id al Fitr (feest van het verbreken van de vasten) te vieren.

De Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog waardeert deze belangrijke maand en de grote inspanning die moslims over de hele wereld zich getroosten om te vasten, te bidden en de gaven van de liefde van de Almachtige te delen met de armen.

De gaven indachtig, geïnspireerd door de Ramadan, danken wij samen met jullie de barmhartige God voor zijn goedheid en gulheid en brengen we jullie onze hartelijke wensen over.

Wat we met jullie willen delen, beste broeders en zusters, bij deze gelegenheid gaat over een wezenlijk onderdeel van de relaties tussen christenen en moslims: de noodzaak om van competitie over te gaan naar samenwerking.

Te vaak heeft in het verleden een klimaat van competitie de relaties tussen christenen en moslims gekenmerkt en de negatieve gevolgen hiervan zijn duidelijk: jaloersheid, verwijten en spanningen. In sommige gevallen heeft dit geleid tot gewelddadige botsingen, vooral daar waar godsdienst als middel gebruikt werd, allereerst voor eigenbelang en politieke doelen.

Een dergelijke interreligieuze competitie verminkt het beeld van de godsdiensten en hun aanhangers en dit versterkt de idee dat godsdiensten geen bron van vrede zijn maar van spanning en geweld.

Om deze negatieve gevolgen uit te roeien en te voorkomen is het belangrijk dat wij, christenen en moslims, de religieuze en morele waarden in herinnering brengen die wij delen en tegelijk de verschillen erkennen die er tussen ons bestaan. Door te erkennen wat wij gemeenschappelijk hebben en door respect te tonen voor onze rechtmatige verschillen kunnen we een steviger basis leggen voor vreedzame relaties. Zo kunnen we van competitie en confrontatie overgaan tot effectieve samenwerking voor het gemeenschappelijk welzijn. Vooral het bijstaan van de meest behoeftigen maakt van ons geloofwaardige getuigen van de liefde van de Almachtige voor de gehele mensheid.

Allen hebben wij het recht en de plicht om te getuigen van de Almachtige die wij dienen en aanbidden. Ook hebben wij het recht en de plicht ons geloof te delen met anderen maar wel met respect  voor hun godsdienst en hun godsdienstige gevoeligheden.

Laten we samenwerken en elkaar in ere houden om zo vreedzame en broederlijke relaties te bevorderen. Op deze manier bergen we eer aan de Almachtige en bevorderen we de harmonie in een maatschappij die steeds meer multi-etnisch, multireligieus en multicultureel wordt.

Nogmaals onze beste wensen voor een vruchtbare vasten en een gelukkig Id-al-Fitr-feest.

Wees verzekerd van onze eenheid met jullie in gebed.

Het Vaticaan, 20 April 2018

Kardinaal Jean-Louis  Tauran,  Voorzitter

Bisschop Miguel Ángel Ayuso Guixot, M.C.C.I. , Secretaris

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Beste abonnees

Tweeënveertig jaar lang heeft Begrip Moslims Christenen getracht de dialoog te bevorderen tussen moslims en christenen.  Wij zijn blij en dankbaar dat we u als trouwe lezer zo lang  onder onze abonnees hebben mogen houden. Helaas  geldt evenals voor zoveel tijdschriften  dat ook Begrip lijdt aan  een slinkend aantal abonnees.  Onze abonnees worden niet alleen schaars, ook hun gemiddelde leeftijd is eerbiedwaardig  terwijl de jeugd  andere  prioriteiten heeft.  Bovendien past het format van Begrip moeilijk in een tijd van snelle media, waarbij de actualiteit het achtergrondnieuws verdringt.  De dialoog blijft noodzakelijk maar zal nieuwe vormen moeten aannemen. 

De huidige redactie heeft besloten  dat het blad zo niet meer kan worden voortgezet.

Intussen zijn nr. 3 en 4/2016  verschenen met terug – en vooruitblik.  Deze nummers zijn inmiddels verschenen in 2017.

Wij zijn ook bezig met het digitaliseren van alle  nummers van Begrip uit het verleden (42 jaar) om deze op een CD te zetten.  Dit kan nog enige tijd duren. We laten u via de huidige website (www.begripmoslimschristenen.jouwweb.nl )weten hoe en waar u alle oude jaargangen t.z.t. kunt raadplegen.

 

Namens de de uitgever                                               Namens de redactie

 

Berry van Oers                                                              P. Reesink, eindredacteur

                                                                                                      

 

http://www.pkn.nl/actueel/Nieuws/nieuwsoverzicht/Paginas/Generale-Synode-26-april-2013-Integriteit-en-Respect.aspx?r=o 

 

Het vervolg op de islamnota Integriteit en Respect en de Generale Synode op 26 april 2013.

 door Jan Post Hospers

 “In Indonesië is er is geen sprake van onderdrukking van christenen. Wel is er een groeiende  radicalisering die van buiten komt. Deze radicalisering is de gezamenlijke vijand van zowel moslims als christenen. Deze situatie wordt nog eens verslechterd door de afwezigheid van de staat. Desondanks is er nog altijd tolerantie tussen moslims en christenen. Dit is een erfenis die we van onze voorouders hebben meegekregen en het onze taak om die levend te houden en een ‘theology of hospitality’ te ontwikkelen en niet een ‘theology of hostality’.” Dit zei dr. Andreas Yewangoe, voorzitter van de Indonesische Raad van Kerken, aan het begin van de bespreking van het vervolg op de zogenaamde islamnota op de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland op 26 april 2013.   

Dr. Yewangoe was niet alleen: samen met hem waren dr. Abdul Mu’ti van de Muhammadiyah en een vertegenwoordiger van de Nahdatul Ulama (de twee grootste Moslimorganisaties in Indonesië)  en een vertegenwoordiger van de Indonesische Bisschoppen Conferentie. Dr. Abdul Mu’ti zei: “Wij komen van vijf verschillende religieuze achtergronden, maar wij werken samen ter wille van de vrede en de harmonie. Ons gezamenlijk bezoek aan deze synode staat ook in dienst van het samenwerken aan deze vrede en harmonie.“

 

Na dit krachtige geluid van interreligieuze samenwerking in Indonesië werd de “Vervolgnota Integriteit en Respect” besproken.

 

Inhoud van de Vervolg op de Islamnota en het besluit van de synode

De nota Integriteit en Respect, vaak kortweg aangeduid met islamnota, is besproken op de synode op 11 november 2011 en is aangenomen als bouwsteen voor beleid. Daarnaast is besloten om de nota naar een aantal nationale en internationale partners te sturen met het verzoek om daarop te reageren.

 

Op basis van de binnengekomen reacties wordt de conclusie getrokken dat de nota positief is ontvangen als bijdrage aan de discussie, zonder dat met alle aspecten van de nota wordt ingestemd.

 

Het grootste deel van de vervolgnota is gewijd aan het bespreken van de reacties en vragen. De nota wordt afgesloten met een “Positiebepaling” als kader voor het beleid. In de bijlagen is een lijst van organisaties te vinden aan wie de nota is toegezonden voor commentaar en van diegenen die hierop gereageerd hebben. Van de reacties is een samenvatting gemaakt. De nota Integriteit en Respect kende één auteur: dr. Bernhard Reitsma. De vervolgnota is geschreven door dr. Bernhard Reitsma samen met dr. Leo J. Koffeman.

 

In de vervolgnota worden de reacties per thema besproken. In eerste instantie  komen de methodische vragen aan de orde: wordt er in de Islamnota niet teveel uitgegaan van de theologische verschillen zoals de triniteit en de christologie in plaats van de overeenkomsten? Waarom is ingezet bij de theologie en niet op de concrete ontmoeting met moslims in de praktijk?

 

In een volgend hoofdstuk gaat het over de manier waarop de islam in de islamnota beschreven is: is er wel voldoende oog voor de diversiteit van de islam? Herkennen onze moslim partners zich wel in het geschetste beeld van de islam? Is de islam wel correct beschreven?  

 

Bij dit laatste punt wordt de zin dat ‘de islam Jezus niet erkent als meer dan een profeet’ gecorrigeerd, omdat de islam Isa (Jezus) niet alleen erkent als profeet, maar ook als ‘rasoel‘, gezant. Een gezant is iemand die van God een ‘boek’ heeft ontvangen. Mozes heeft de Thora ontvangen, David de Psalmen, Mohammed de Koran en Isa het Evangelie. 

 

 In het hoofdstuk “Wie is onze God komen onderwerpen aan de orde als: bidden met moslims, getuigenis en dienstbetoon, dialoog, Israël en het jodendom, godsdienstvrijheid.

 

Onder ‘godsdienstvrijheid’ wordt ingegaan op de positie van christenen in moslimlanden. Tegelijkertijd wordt ook gewezen op de tolerantie, stereotypering en discriminatie van moslims en joden in de Nederlandse samenleving. Opgemerkt wordt dat in een reactie van moslimzijde ervoor wordt gepleit om gezamenlijk op te trekken als het gaat om godsdienstvrijheid in Nederland, omdat het betekenis kan hebben voor mensen elders in de wereld als wij in Nederland een levend voorbeeld vormen dat het ook anders kan.

 

De “Positiebepaling” is bedoeld als kader voor beleid. Deze positiebepaling wordt voorafgegaan door de opmerking dat christenen moslims op vele manieren ontmoeten in hun dagelijks leven. Door deze ontmoetingen worden de levens van de christenen gekleurd, maar tegelijkertijd komen er allerlei vragen op met betrekking tot de eigen identiteit, maar ook met betrekking tot actuele zaken die in onze samenleving spelen. Gesteld wordt dat de kerk deze vragen serieus wil nemen en hierin een positie wil bepalen. Hierbij wordt het beeld gebruikt van de christelijke gemeente die onderweg is en even halt houdt om te reflecteren: waar zijn we, waar komen we vandaan en waar gaan we naar toe. Ook is er het besef dat de reis verder gaat. Bij de bespreking in de synode merkte de scriba, dr. Arjan Plaisier daarom ook op, dat het om een interne bezinning gaat.

 

Op de manier zoals de beide nota’s er nu liggen, zijn ze bedoeld als kader voor beleid voor de diegenen die op landelijk en plaatselijk verantwoordelijkheid dragen en ze zijn niet bedoeld voor bespreking in de gemeente.

 

Het aantal reacties op de nota Integriteit en Respect vond met licht teleurstellend, met name van de kant van de moslims. Je kan je afvragen, of dit niet ook te maken heeft met het gekozen werkwijze. Als er een bijeenkomst was georganiseerd met moslims met deze nota op tafel dan was de inbreng waarschijnlijk groter geweest.

 

Na een relatief korte discussie in de synode is besloten om de vervolgnota te aanvaarden als een zinvolle volgende stap in het gesprek binnen de kerk over de aanwezigheid van moslims in Nederland en het hoofdstuk over de Positiebepaling vast te stellen als kader voor beleid.

 

Waarom belangrijk?

Met het synodebesluit wordt het huidige beleid ondersteund dat drie speerpunten kent:

-       voorlichting naar de eigen achterban via de Werkgroep Ontmoeting met Moslims, de Beraadsgroep Interreligieuze Ontmoeting en de Contactgroep Islam van de Raad van Kerken;

-       de landelijke samenwerking in het Cairo-overleg tussen joden, christenen en moslims (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom, Raad van Kerken, Contactgroep Moslims en Overheid)

-       de ondersteuning van de plaatselijke dialoog, zoals dat gebeurt in Geloven in Samenleven (zie: www.geloveninsamenleven.nl).

 

Het meest opvallende van de vervolgnota is misschien nog wel het eerste punt van de Positiebepaling: de kerk heeft oog voor de complexe geschiedenis van de relatie tussen moslims en christenen, met positieve en negatieve ervaringen, die nu onze visie op de relatie met moslims mede bepalen. Dit wil ze serieus nemen. Tegelijkertijd zoekt ze naar wegen om hier op een vernieuwende manier mee om te gaan. 

Het belangrijkste van de synodezitting waren de toespraken van dr. Yewangoe en dr. Abdul Mu’ti die samen met de vertegenwoordigers van andere religieuze organisaties uit Indonesië het goede voorbeeld gaven, hoe als christenen en moslims samen te werken.

 

De Nota Integriteit en Respect en de Vervolgnota zijn te vinden op de website van de Protestantse Kerk in Nederland: http://www.pkn.nl/actueel/Nieuws/nieuwsoverzicht/Paginas/Generale-Synode-26-april-2013-Integriteit-en-Respect.aspx?r=o 

A Common Word met inleiding en toelichting
PDF – 2,2 MB 867 downloads

Belangrijke artikelen

Toespraak Paus Franciscus t.g.v. einde Ramadan 2013

 

 Aan alle moslims in de wereld

Het is met veel plezier dat ik jullie groet bij het vieren van ‘Id al Fitr.  Jullie beëindigen zo de maand Ramadan, waarin jullie je vooral hebben toegelegd op vasten, bidden en het geven van aalmoezen.

Het is intussen een traditie geworden dat de Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog jullie bij deze gelegenheid een boodschap stuurt met de beste wensen en tevens een thema voorstelt voor gezamenlijk overdenken.  Dit jaar, het eerste jaar van mijn pontificaat, heb ik besloten om deze traditionele boodschap zelf te ondertekenen en naar jullie, dierbare vrienden, te sturen. Dit als teken van mijn respect en vriendschap voor alle moslims, en in het bijzonder voor de religieuze leiders.

Zoals jullie allen weten, heb ik de naam van Franciscus gekozen toen de kardinalen mij als bisschop van Rome en Universele Pastor van de katholieke kerk hebben aangewezen. Franciscus was een zeer beroemde heilige die zo innig hield van zowel God als mens dat hij ‘universele broeder’ werd genoemd. Hij hield van de behoeftigen, de zieken, de armen en hij hielp en diende ze. Tevens bekommerde hij zich in grote mate om de schepping.  Ik ben me ervan bewust dat familie en sociale relaties tijdens deze periode speciale nadruk krijgen. Het is dan ook het vermelden waard dat deze thema’s parallellen kennen in het geloof en de praktijk van christenen.

Het onderwerp waarover ik met jullie en allen die deze boodschap lezen wil nadenken is iets dat moslims en christenen aangaat: respect voor elkaar bevorderen door opvoeding.  Het thema van dit jaar wil het belang onderstrepen van opvoeding  in de wijze waarop wij elkaar verstaan. Deze moet gebaseerd zijn op wederzijds respect.  

 ‘Respect’ betekent  een houding van vriendelijkheid tegenover mensen met wie we rekening houden en die we hoogachten. “Wederzijds’ wil zeggen dat het geen eenrichtingsverkeer is maar iets dat we samen delen.

We worden allereerst opgeroepen om het leven van iedere mens te respecteren, zijn waardigheid en de rechten die daaruit voortvloeien: zijn reputatie, zijn eigendom, zijn etnische en culturele identiteit, zijn ideeën en politieke keuzes. We worden daarom opgeroepen  om met respect over de ander te denken, te spreken en te schrijven, niet alleen in zijn aanwezigheid maar overal en altijd. We worden ook gevraagd oneerlijke kritiek en laster te vermijden. Families, scholen, religieus onderwijs en alle soorten media moeten een rol spelen om dit doel te bereiken.

Als het gaat over wederzijds respect in interreligieuze betrekkingen, vooral tussen christenen en moslims, worden we opgeroepen de godsdienst van de ander te respecteren met zijn leer, zijn symbolen en zijn waarden.  Een bijzonder respect verdienen religieuze leiders en gebedshuizen.  Hoe pijnlijk zijn aanvallen op hen of op  deze gebouwen.

Het moet duidelijk zijn dat als we respect tonen voor de godsdienst van onze buren of hun onze beste wensen aanbieden bij gelegenheid van een godsdienstig feest, we alleen hun vreugde willen delen zonder te verwijzen naar de inhoud van hun religieuze overtuigingen.

In de opvoeding van jonge moslims en christenen moeten we deze jongeren leren om met respect over andere godsdiensten en hun volgelingen te denken en te spreken en zorgen dat ze het geloof of praktijk van de ander niet zwart maken of belachelijk.            We weten allemaal dat wederzijds respect fundamenteel is in alle menselijke relaties, in het bijzonder  tussen mensen die hun geloof uitspreken.  Zo kunnen  oprechte en blijvende vriendschappen groeien.

 

Toen ik op 22 maart 2013 het Diplomatiek Corps ontving, geaccrediteerd bij de Heilige Stoel, zei ik : “ We kunnen geen echte band met God opbouwen als we andere mensen negeren. Daarom is het belangrijk de dialoog tussen de verschillende godsdiensten te versterken en ik denk vooral aan de dialoog met de islam.  Bij de mis aan het begin van mijn ambtsperiode heb ik de aanwezigheid van veel  burgerlijke en religieuze leiders uit de wereld van de islam erg op prijs gesteld”.  Met deze woorden wil ik nogmaals het grote belang benadrukken van dialoog en samenwerking tussen gelovigen, vooral christenen en moslims en de behoefte om de dialoog te versterken.

Met deze gevoelens spreek ik opnieuw  mijn hoop uit dat christenen en moslims wederzijds respect en vriendschap  zullen bevorderen, vooral door de opvoeding . Ten slotte zend ik u met mijn gebeden ook mijn wens dat uw leven de Almachtige mag loven en dat u vreugde mag schenken aan allen in uw omgeving. Gelukkig Feest aan u allen.

Paus Franciscus, uit het Vaticaan, 2013